MOOI Deel 3

Verfraaiing
door de
eeuwen
heen

Schoonheidsidealen in verschillende culturen en periodes

Verfraaiing kan worden toegepast vanuit (sub)cultuur, tribe* en religie en dikwijls zijn er normen die daarbij aansluiten. In de westerse wereld ervaren we versieringen van verschillende tribes dikwijls als extreem zoals de Mursi en Suri stam in Ethiopië die bekend staan als de lipschotel tribe. Echter de niet-westerse wereld kijkt op eenzelfde kritische manier naar versieringen die we in de westerse wereld toepassen. In de westerse wereld wordt de bikinilijn gewaxt, staat anus bleken in de top vijf van de meest uitgevoerde beautybehandelingen, dragen we pumps en nepnagels en is uithongeren vrij extreem gedrag om op gewicht te blijven. Korsetten uit de 19e eeuw waren binnen heel Europa standaard, terwijl het een verfraaiing was die grote medische gevolgen had voor de drager. De perceptie van extreem is cultuurgebonden. De norm bepaalt wat ‘normaal’ is afhankelijk van de context van de groep. Klederdracht is vergelijkbaar met kledinggebruiken of rites bij bepaalde stammen. De vorm is weliswaar anders, versierd wordt er evenveel. 

 

In Frankrijk ontstaan in 17e eeuw de ‘zeven schoonheden’

  1. Donker haar en lichte ogen/licht haar en donkere ogen
  2. Bleke huid
  3. Moedervlek op de bovenlip (schoonheidsvlek)
  4. Lange gekrulde wimpers
  5. Amandelvormige ogen
  6. Sproetjes
  7. Kuiltjes in de wangen

In de westerse geschiedenis zijn er ‘modetrends’ geweest die wij nu absoluut niet meer als mooi zouden bestempelen. Zo was het tijdens de Renaissance gebruik dat adellijke dames de haargrens op het voorhoofd afschoren om hun voorhoofd groter te laten lijken. Eind 16de eeuw werd de ‘onderkin’ gezien als een teken van grote schoonheid in adellijke kringen en was een wit gezicht in de Elizabethaanse periode in Engeland zeer populair onder vrouwen. Zij smeerden hun gezicht in met een witte pasta van loodwit, water en azijn, om hun huid er zo bleek mogelijk uit te laten zien. Het gevolg was dat veel vrouwen overleden door het uiterst gifbare lood. Ook de Japanse geisha staat bekend om haar witte gezicht en specifieke make-up. Al 1500 jaar v.Chr. maakte de bevolking van China en Japan hun gezichten wit met rijstpoeder. 

 

Kapsels als versiering

Haardracht is de ultieme manier om jezelf te versieren. Haarstructuur en -kleur zijn nauw verbonden met cultuur. Aziaten en Indianen hebben donker, zeer sluik en dik haar. Bij Europeanen verschilt de haarkleur van hoogblond tot zwart en rood en varieert de structuur van steil tot kroezend. Afrikanen hebben over het algemeen zwart kroezend haar en is het haar in hoge mate waterafstotend. In grote delen van Afrika is haarbewerking tot een ware kunstvorm verheven en hebben diverse tribes hun eigen haardracht. Zo bestaat het Masai kapsel uit vlechtjes rond stokjes gevlochten en versierd met repen leer. Bij de Zulu’s dragen getrouwde vrouwen hun haar in de Isi-Cholo stijl; een lange knot boven op het hoofd. Het haar wordt samen met gras gevlochten tot lange lokken. Vervolgens worden deze lokken verweven met andere vezels en ingesmeerd met een mengsel van zure melk en rode oker. De rest van het haar wordt afgeschoren en soms worden enkele lokken versierd met kralen en koperen ringetjes. In Europa veranderden de kapsels sterk tijdens de laatste periode van het oude Egypte (305 tot 30 v. Chr.) Toen de Ptolemaeën in Egypte aan de macht kwamen, bracht hun Griekse cultuur grote veranderingen in de toenmalige kapsels. Kort en golvend haar was het credo en pruiken werden minder gebruikt. Lauwerkransen en haarbanden deden hun intrede. De Germanen vonden het haar zo belangrijk, dat op basis van haarlengte een militaire en sociale hiërarchie ontstond. Tijdens veldslagen werd het haar in een hoge knot op het hoofd gebonden, waardoor krijgers groter en imposanter leken. Haar was een symbool van macht en autoriteit en het is daarom te begrijpen dat - in die tijd - oorlogsgevangen en slaven kaal werden geschoren als teken van onderdanigheid. 

Tijdens de pruikentijd in de achttiende eeuw droegen zowel mannen als vrouwen wit gepoederde pruiken. Door de jaren heen heeft in de westerse wereld de elite, mode en haardracht beïnvloed. Voorbeeldwerking is nog altijd aan de orde van de dag en wordt in de huidige tijd beïnvloed door popsterren, sporters en andere sterren. 
 

Antoine Laurent Lavoisier en Marie-Anne Pierrette Paulze door Jacques-Louis David 1788, Metropolitan Museum of Art, New York.

Conclusie

Westerse en niet-westerse landen kunnen soms vreemd aankijken tegen elkaars schoonheidsidealen. Schoonheidsidealen zijn tijd onderhevig en cultuurgebonden.

*tribe is een (volks)stam of etnische groep


 

Lees ook


MOOI deel 1: 'Universeel of perceptie'

MOOI deel 2: 'De historie'

Auteur

Gerelateerde artikelen