'MOOI": Deel I

Mooi;
Universeel of perceptie

De associaties met het begrip mooi zijn net zo verschillend als oneindig. Tegenwoordig is het nastreven van het schoonheidsideaal een doel op zich geworden. Het aantal cosmetische ingrepen was nog nooit zo hoog. Er is een cultuur ontstaan die gericht is op jong en nieuw, het imago van oud is in snel tempo gedaald. Maar bestaat er wel een ideaalbeeld?

Perceptie

Hoe iemand iets waarneemt hangt nauw samen met (sub)culturen, stijlperiodes en individuele voorkeuren en is subjectief. Immers wat de een mooi vindt, ervaart de ander als lelijk. 

  • (Sub)culturen: Cultuurverschillen zijn er onmiddellijk zodra je buiten de eigen landsgrenzen treedt. Niet alleen taal, trends, normen en waarden, maar ook wat als mooi wordt ervaren. Zo is bijvoorbeeld algemeen bekend dat in Brazilië de mannen van rondingen houden. Het aantal bilimplantaten is daar enorm hoog. Binnen één land of cultuur kunnen ook verschillende opvattingen bestaan over wat mooi is. Dit is met name het geval bij subculturen zoals de punkbeweging in de jaren 70, de gabberperiode in de jaren 90, maar ook binnen een kerkgemeenschap. Zelfs het verschil of je in een dorp of stad woont, is van invloed op de perceptie van wat mooi is. 
  • Stijlperiodes: Een stijlperiode is een periode in de geschiedenis waarin een bepaalde stijl overheerst. Denk bijvoorbeeld aan renaissance, barok, neoclassicisme, symbolisme, modernisme en postmodernisme. Deze periodes hebben invloed op de uiterlijke kenmerken. In de 18e eeuw was het voor mannen heel gewoon make-up te dragen en een witte pruik met ingelegde krullen of een vlecht. En de term Rubensvrouw is voortgekomen uit de periode dat vrouwelijke ronde vormen werden gewaardeerd. 
  • Individuele voorkeuren: De persoonlijke mening over wat mooi is heeft absoluut een relatie met cultuur en de stijlperiode waarin men leeft, maar is ook veel meer een mening op micro niveau. Gezinssamenstelling, vrienden, scholing, mindset en persoonlijkheid zijn van invloed op de persoonlijke mening en hoe schoonheid wordt beoordeeld. Iemand met een extraverte persoonlijkheid zal een excentrieke uitstraling meer waarderen.

     

 

Universeel

In de tijd van de Griekse oudheid en de Romeinen is volgens de legende de eerste theorie over schoonheid ontstaan. De Griekse wiskundige en wijsgeer Pythagoras zag het verband tussen de gulden snede en het beeld van schoonheid van de mens. De gulden snede ook wel “Divina Proportia” (goddelijke proportie) genoemd, is een wiskundige verhouding waarbij de uitkomst van de verhouding 1.618 is. Het blijkt dat sommige verhoudingen van het menselijk lichaam voldoen aan de gulden snede. Als voorbeeld nemen we de verhouding tussen de lengte van de onderarm en de lengte van de hand. Als deze gelijk is aan de verhouding tussen de lengte van de onderarm en de lengte van de hand en onderarm bij elkaar opgeteld, voldoet dit aan de gulden snede. Mensen met symmetrische verhoudingen, volgens de gulden snede, worden vaker aantrekkelijk gevonden.

 

 
Leonardo daVinci: ‘Uomo universale’ (Italiaans: universele mens, ook vaak in het Latijn homo universalis) is een uitdrukking waarmee een persoon (mannelijk of vrouwelijk) wordt bedoeld die al zijn faculteiten en vaardigheden ontwikkelt, dus bijvoorbeeld een goed ontwikkeld atletisch lichaam, maar ook een scherp verstand en bekwaamheden op veel gebieden, met name in de kunsten.

 

Conclusie

Universele aspecten zijn wereldwijd de bouwstenen van wat wordt gezien als mooi. De perceptie van wat mooi is, is onderhevig aan periode, locatie en cultuur.

Auteur

Gerelateerde artikelen